Straatnamen

Om wat lijn in het verhaal te brengen, hebben we de straatnamen opgedeeld in groepen die wat hun oorsprong betreft een beetje bij elkaar passen.

Afkelânsdyk
Aldewei
Binnebaen
Bonningastrjitte
Brêgefinne
Brêgesleatswei
Broerstrjitte
Buorren
Butebaen

Bybaen
Bou, de
Burmaniastrjitte, Z. van
Douwestrjitte
Eastwei
Ges, it
Greate Sudein
Horsewei
Jarichstrjitte

Kappenburch
Koartebaen
Langebaen
Leijepoel
Leijesleatswei
Lytse Sudein
Mensonidesstrjitte, H.
Merkelstrjitte
Noardein

Pontdyk
Rodenburgwei
Reinardastrjitte, H.S.
Sjaerdawei
Sjuwedyk
Súdwei
Tsjerkebuorren
Walmastrjitte, P.
Wolframstrjitte

 

Geografische namen
Eerst de geografische namen die te maken hebben met hun positie volgens het kompas. De namen Noardein, Lytse Súdein, Greate Súdein spreken voor zich. Bij deze groep passen ook de Eastwei (van scheepswerf Popma naar de boerderij van J. Feenstra) en de Súdwei (aan de westkant van de A7, tussen het Margrietkanaal en de Horse in). Deze namen zijn ontstaan tijdens de ruilverkaveling. Het Súdein vormde eerst een geheel maar werd later in tweeën gesplitst door het prinses Margrietkanaal.

Gelieerd aan het water
Dan de straten en wegen die genoemd zijn naar vaarten en rivieren. (Op het Friese platteland spreekt men altijd van “dijken” in plaats van straten. Dat komt omdat er vroeger geen straten waren maar alleen dijken om het water te keren.) De naam Brêgesleatswei komt natuurlijk van de Brêgesleat. Wat nu de Oosterbrugsloot is (langs plan De Grachten) was vroeger de loop van het Margrietkanaal. Voorbij de oude melkfabriek heette de vaart Westerbrugsloot. Dit deel is gedempt en daar ligt nu het bedrijventerrein van Uitwellingerga. De Sjuwedyk heeft zijn naam gekregen van de Sjuwesleat, die op een heel klein stukje na gedempt is. De Brêgefinne is genoemd naar de brug (brêge) over het Margrietkanaal waar deze dichtbij ligt. Een finne is een oude benaming voor een hoekje vruchtbare grond dicht bij een boerderij. De Leijepoel is genoemd naar een plas die zo heet. Er zijn in deze omgeving echter meer plassen (poelen) met die naam geweest. De Leijesleatswei op industrieterrein Brêgefinne is een verwijzing naar de 'Leijensloot' (Leijesleat). Deze vaart liep desttijds vanaf It Ges richting de Leijepoel,maar werd mede door de aanleg van de snelweg A7 gedempt. Noordwaarts voorbij de Broereslootsbrug in Oppenhuizen vinden we It Ges, vernoemd naar het water achter onze dorpen. Dit is nog een stukje oorspronkelijke weg tussen Oppenhuizen en Sneek (de Oppenhuizerweg) en heette eerder ook 'Top', een verwijzing naar 't Op waaruit de naam Oppenhuizen (Toppenhuzen) is ontstaan.

Straatnamen en hun directe omgeving
De namen Buorren en Tsjerkebuorren slaan beide op de dorpskom en zijn verwant aan het Nederlandse ‘buurt’ of ‘buurtschap’. De Bûtebaen, Binnebaen, Bybaen, Koartebaen en Langebaen van plan De Grachten verwijzen naar de eerste ijsbaan van IJsclub Rept U die daar vroeger gelegen was. Toen er rond 1975 huizen werden gebouwd, verhuisde de ijsbaan naar de Eastwei. Twintig jaar later maakte de ijsbaan plaats voor uitbreiding van de jachthaven van WSC Hart van Friesland en verhuisde naar de huidige locatie naast de Forbiningswei, die de verbinding vormt tussen de Nije Dyk en de Sjaerdawei.  Ondanks dat in de jaren '70 de snelweg A7 is aangelegd, heet de oude rijksweg die langs het dorp loopt in de volksmond nog steeds 'Nije Dyk' (nieuwe weg). Deze naam is in 2005 door Dorpsbelang voorgedragen als officiële naam en dit is door de gemeente overgenomen.
De namen Kappenburch in Oppenhuizen en Rodenburch in Boornzwaag slaan op de gelijknamige states die hier vroeger gestaan hebben. Ook op de plaats waar nu de supermarkt staat, stond vroeger een boerderij. Daarachter stroomde het als ‘Tsjerkewyk’ bekend staande watertje door een stil stukje natuur, dat in de jaren ’70 moest wijken voor de bouw van huizen. De naam Merkelstrjitte herinnert nog aan de tijd dat de meerkoeten (Markols in het Fries) hier het rijk alleen hadden. De Bou (Plan Broeresloot) verwijst naar het stuk land waarop de inwoners van Top en Twel in de oorlog hun groententuintjes hadden. De gemeente Wymbritseradiel wilde deze hoofdstraat van het nieuwbouwplan in eerste instantie de “Trije Reuzestrjitte” noemen, maar het toenmalige bestuur van Dorpsbelang wist de namencommissie op andere gedachten te brengen.

Personen / Volksverhalen
Dan de straten die naar personen zijn genoemd. De Afkelânsdyk en Afkepolder hebben hun naam te danken aan de boerin Afke Lammerts Frankena, die met haar man Ultsje Bouwes de Jong gewoond heeft in deze polder, op de boerderij die nu `De Karnmolen´ heet. De Broerstrjitte, Douwestrjitte en Jarichstrjitte zijn genoemd naar de drie reuzen die volgens de legende elk met een halve praam een sloot hebben gegraven en daar hun namen aan gegeven hebben. Het kunstwerk “De Trije Bruorren” op de hoek van de Forbiningswei verwijst daarnaar. De Wolframstrjitte is genoemd naar een evangelieprediker uit de middeleeuwen, die in deze contrijen gewerkt heeft. Een dorpje dat heel vroeger in het Aldhôf lag (er is nog een eilandje van overgebleven) heeft ook zijn naam gekregen, namelijk Wolprandeskerke, ook wel Folprandegea genoemd en later Westerkerke. Het laatste stukje van de Langweerdervaart heet nog altijd Kerksloot. De Mensonidesstrjitte is genoemd naar de dorpssmid Hendrik Mensonides die woonde op de Smidsdaam achter het café in Uitwellingerga. Mensonides was een zeer sociaal bewogen man, die in ongeveer alle besturen van verenigingen alsmede het kerkbestuur gezeten heeft. De namen Bonningastrjitte, H.S. Reinardastrjitte en Sjaerdawei verwijzen naar belangrijke families in deze omgeving. In de late middeleeuwen hebben verschillende “haadlingen”, zeg maar een soort van landadel, hoge functies gehad in Top en Twel. De heren Reinarda (er was ook een Reinardastate), Bonninga en Sjaerda waren hier zo’n beetje de baas. Een van de Bonninga’s was getrouwd met een Reinarda en later zijn de Sjaerda’s ook weer aan de Bonninga’s gelieerd. Het was in de tijd van de Schieringers en de Vetkopers, zo tussen 1450 en 1500. Sneek (en ook de Sjaerda’s) waren Schier en Leeuwarden was Vet. Op de 22ste maart 1491 hebben de Vetkopers de stins (burcht) van de Sjaerda’s in Oppenhuizen platgebrand. Zeino van Burmania, naar wie in Oppenhuizen een straat is genoemd, was grytman (een soort burgemeester) en onder andere lid van de Rekenkamer van Friesland. In 1690 heeft hij de eerste steen gelegd van de kerk van Uitwellingerga. De P. Walmastrjitte is genoemd naar Pieter Cornelis Walma die omtrent 1865 boer was in Oppenhuizen. Hij zat o.a. in het bestuur van het Waterschap en heeft er mede voor gezorgd dat er een grindweg kwam tussen Oppenhuizen en Sneek.

Boornzwaag
In het Buurtschap Boornzwaag achter Uitwellingerga vinden we de Horsewei, genoemd naar de vaarweg De Horse, de natuurlijke grens tussen Uitwellingerga en Boornzwaag en ook de grens tussen de gemeentes Súdwest-Fryslân en De Fryske Marren. Westwaarts richting de Langweerdervaart heet deze vaart 'Stobberak'. Pontdyk verwijst naar de veerpont richting Langweer en Aldewei naar de weg richting Joure. De Rodenburchwei is weer een verwijzing naar de eerder genoemde state Rodenburch. Mûzekamp is een weg richting de Langweerder Wielen aangelegd door ruilverkaveling en naar alle waarschijnlijkheid gelinkt aan de muizenplagen die vaak in deze polder voorkomen. De naam Boornzwaag is mogelijk weer een verwijzing naar de landerijen (zwaag/sweach) van de vroegere familie Bonninga (Bonningsweach).

Officieuze benamingen (in de volksmond)
Tot slot nog benamingen van plekken in het dorp die in de volksmond wel gebruikt worden maar niet officieel bestaan. De "Smidsdaam" achter Eetcafé De Buorren herinnert aan de eerder genoemde dorpssmid Hendrik Mensonides die daar zijn werkplaats had. De "Doedepôle" is weer een verwijzing naar de Doede's die op de boerderij woonden, die wij nu kennen als De Wetterpleats. De boerderij op de Lytse Sudein bood plaats aan vier gezinnen die het niet zo breed hadden en werd in die tijd 'het huis van alle mensen genoemd'. De naam Doedepôle leeft nog voort als naam van de buurtvereniging. Het “Bertuspleintje” ligt aan de Buorren, schuin tegenover de kerk van Uitwellingerga , en is genoemd naar buschauffeur Bertus Pelsma die ernaast woont. Het Bertuspleintje is een locatie waar regelmatig het Koningsdagfeest wordt gevierd. Het “Soetenhofje” ligt achter de kerk van Uitwellingerga. De weduwe van goudsmid Jan Soeten, Ytje Soeten-de Jong, is op het adres Buorren 43 geboren en getogen. "De Skou" op de Buorren was vroeger de plek van de veerpont (schouw) en de latere laad- en loswal aan de Brêgefeart in Uitwellingerga. Nu is het een aanlegplaats voor de recreatievaart met een douche- en sanitairvoorziening. De Skou wordt soms gebruikt voor evenementen en  is  de plek waar Sinterklaas aanmeert en de intocht door Top en Twel begint. Deze aankomst is soms ook op de "Reitsmapôle" aan de Tsjerkebuorren, genoemd naar de familie Reitsma die daar hun eerdere aannemersbedrijf en timmerwerkplaats hadden. Op deze pôle stonden in de jaren '80 fierljepschansen waar ook officiële wedstrijden zijn gehouden. Naar de plek aan de Sjaerdawei waar 'afvalverzamelaar' Rintje Lolkema woonde is de "Rintsjepôle" vernoemd. Onze zonderlinge dorpsgenoot Rintje hield er een primitieve levenswijze op na en hij beschouwde het als zijn missie om niet alleen overdag maar met name 's nachts op de fiets op zoek te gaan naar afval. Na zijn overlijden in 2016 zijn in 2021 op de Rintsjepôle duurzame 'schuurwoningen' gebouwd.