De verzetsman, oorlogsbaby en studente 4 mei 2025
Wat hebben een jonge verzetsstrijder, een oorlogsbaby en een studente aan het Grafisch Lyceum in Utrecht met elkaar te maken? Ik neem jullie mee in een verhaal dat in Woudsend begon en waar zo’n 80 jaar later in Uitwellingerga beeld aan werd gegeven.
Woudsend -Wâldsein- was in de oorlogsjaren een Fries dorp waar menig ondergronds verzet tegen de Duitsers was. Met als grootste scène op het strijdtoneel de Slag om de Wellebrêge die enkele dagen voor de bevrijding plaatsvond. Het verzet kreeg namelijk de opdracht om de brug te bewaken zodat de bevrijders sneller konden oprukken. Maar de Duitsers hadden hele andere plannen, er gingen zelfs geruchten dat ze met 1.000 man sterk onderweg waren. Pas achteraf bleek dat dit niet zo was, maar er is wel degelijk gestreden. Er sneuvelden 22 Duitsers en 1 verzetsstrijder (Jacob Nagelhout). Maar over die bewuste dag gaan we het niet hebben. Want de verzetsman Berend Klaas Okma -die vandaag de hoofdrol heeft- was daar toen niet bij. Wel woonde hij in Woudsend en zat in het verzet. De historische plek de Gouden Boaiem was hem ook niet onbekend.
Vlakbij Woudsend ligt het eilandje De Gouden Boaiem. Dat is nu een weidevogelreservaat van 175 hectare groot. Een plek wat omgeven is door water wat in de oorlogstijd zeer geschikt bleek te zijn voor droppings van onder andere wapens en munitie. Die vervolgens ongezien werden verspreid naar de verschillende verzetsgroepen in onze provincie. Een heel netwerk van verzet dat ook Top & Twel bereikte. Onze dorpsgenoot Melis van der Meer speelde hierin een belangrijke rol en vervoerde in zijn melkbussen dat wat niet in de handen van de Duitsers mocht vallen. In Woudsend zelf waren onder andere de gebroeders Okma -Berend Klaas en Julius- actief in het verbergen van de verboden goederen.
Berend Klaas -de jonge verzetsstrijder waar ik dit verhaal mee begon- woonde met zijn vrouw Jetske op een boerderij aan het water aan de Koetshúsleane. Ze waren met z’n tweeën want in de 12,5 jaar dat ze getrouwd waren hadden ze hun eerste twee kindjes -tijdens en vlak na de geboorte- verloren. Dit tot groot verdriet en u kunt zich vast voorstellen dat het geluk groot was toen hun derde kindje op Oudejaarsdag 1943 gezond en wel ter wereld kwam. Ze kreeg de naam Eppie.
Berend Klaas droeg nu de verantwoordelijkheid voor een gezin en toch bleef hij actief in het verzet. De vraag “Hoe kinne we de fyân ûndergrave” bleef in zijn gedachten. En de -iets afgelegen- boerderij leende zich immers goed voor de geheime acties. Er werden daar parachutisten opgevangen en onderduikers verstopt. Er lagen wapens, munitie, radio’s en fietsen opgeslagen. Dit alles in de zogenaamde broeigaten in het hooi of in de ruimtes tussen twee verdiepingen in, -de dubbele zolders-. Het land om de boerderij was onder water gezet om een eventuele komst van de Duitsers te vertragen of tegen te houden.
En dan op een avond wordt er alarm geslagen. “Jullie zijn verraden”, klinkt het. Alles wat verboden was moest zo snel mogelijk verdwijnen. Het van te voren bedachte vluchtplan trad in werking. De gewaarschuwde arbeiders laadden de fietsen, geweren en munitie op de hooiwagen en het oudste meest ervaren Friese paard (Ufra) werd er voor gespannen. De arbeider verdween met paard en wagen in de nacht. Op weg naar een hoger gelegen plek in het onder water gelopen gebied. In het donker, in de kou (het was januari), door het water. Paard Ufra wist blindelings de weg.
De radio’s die niet nat mochten worden moesten anders verstopt worden. De koeien die in een rij op stal stonden boden hierin een mogelijkheid. Bij hun koppen -richting de muur gekeerd- kwamen de radio’s onder het hooi te liggen. De spanning moet groot zijn geweest toen de Duitsers kwamen. Ze doorzochten alles maar vonden niets. Wel -zegt de overlevering- dat een Duitser opmerkte dat de koeien wel erg veel hooi te eten kregen.
De bezetters kamen uiteindelijk in de woonkeuken. En daar zat een baby’tje -van net één jaar oud- in de kinderstoel. Een lief vrolijk lachebekje die de soldaten wist te charmeren en overdonderen. Het was Eppie. Met haar blije lach ontwapende en vertederde ze de vijand en sloeg een gat in hun pantser.
Berend Klaas Okma werd niet gevangen genomen. Diezelfde dag was er tevens een inval bij zijn broer Julius, die aan de andere kant van het dorp woonde. Ook die was van tevoren gewaarschuwd, maar werd na de huiszoeking wel gevangen genomen en doorgevoerd naar Duitsland. Samen met een andere Fries wist hij echter te ontsnappen en te voet zijn de twee terug gekeerd naar Friesland. Een hachelijke onderneming waarbij ze zich onderweg verstopten in de bossen, ze kwamen vermagerd en ondervoed thuis. Beide broers overleefden de oorlog maar de beide huiszoekingen op die ene dag hadden zo’n andere afloop gekend.
Zoals vaker met oorlogsverhalen werden gevoelige of pijnlijke gebeurtenissen stil gehouden, maar de succesverhalen vonden altijd een luisterend oor. En zo ook dit verhaal waarin dan werd gezegd dat Eppie -als éénjarig meisje- het leven van haar vader had gered. De verzetsman mocht zijn dochter -en zoon Bendiks die ze vlak na de oorlog kregen- zien opgroeien. Die dochter woont alweer vele jaren in Uitwellingerga en is inmiddels in de tachtig. Door de hoge leeftijd wat minder goed ter been maar nog altijd jeugdig van geest en sterk van karakter. Die een bijzondere band heeft met haar kleindochter Marrit waarmee ze regelmatig een uur lang aan de telefoon zit. Marrit studeert in Utrecht en kreeg van school de opdracht om beeld te geven aan een familieverhaal. Ze wist meteen wie haar inspiratiebron zou zijn. Ze ging naar Uitwellingerga om bij haar pake en beppe te logeren en luisterde naar beppe haar wonderlijke verhaal. En maakte foto’s die daar bij pasten, haar werk hangt nu op posterformaat in de school.
Zo komen de verzetsman, het éénjarige baby’tje en de studente samen. En zien we hoe belangrijk het is om verhalen te blijven vertellen. Het herdenkt vroegere tijden en houdt de nieuwe generaties bewust van het belang van vrijheid. Het laat ook zien dat zelfs de vijand verschillende gezichten kent en dat wanneer de vrijheid er niet is dat je een keus hebt. Dus blijf de verhalen verder vertellen, van generatie op generatie.
Na een interview te hebben gehouden met Eppie de Vries-Okma geschreven en verteld tijdens de Dodenherdenking 2025 -in het kerkje van Uitwellingerga- door Monica Jorna.
Foto’s gemaakt door Marrit de Vries (kleindochter van Eppie de Vries-Okma).