Bij de vereniging hopen ze dat deze successen voor een boost gaan zorgen en dat meer jeugd en ook de volwassenen in Top en Twel weer gaan volleyballen. Want met vier damesteams en twee meisjesteams zijn nieuwe leden bij de club meer dan welkom. Verwachtingsvol wordt er dan ook uitgekeken naar het nieuwe seizoen, want hoe gaan de B-Meiden zich manifesteren op dit niveau? We spraken met de trainer, de coach en uiteraard met de meiden zelf. Wie zijn deze toppers en wat maakt ze zo goed? Een kennismaking.

De trainer
Sinds vorig jaar is Jan Reitsma uit Easterein trainer van deze talentvolle groep, uitkomend in de leeftijdscategorie 13 tot 15 jaar. Volgens Reitsma wordt de hoofdklasse een flinke uitdaging voor de meiden. “Vorig seizoen zijn we in de tweede klasse begonnen met het spelen in een 4-2 systeem. Dat was even aanpassen, maar de meiden hadden dat snel onder de knie. We wisten alle wedstrijden te winnen en ook in de tweede seizoenshelft, waarin we uitkwamen in de eerste klasse, ging er geen wedstrijd verloren. Ik ben benieuwd of we hoofdklasseniveau aan kunnen, maar de sfeer is goed en de meiden kennen elkaar door en door. Ik zie het nieuwe seizoen met vertrouwen tegemoet.”

De coach
Yke Feenstra is de coach van de B-Meiden en uiteraard erg trots op haar team. Ze vertelt dat het succes het resultaat is van de jarenlange training die de meiden hebben gehad. “De meesten spelen al van jongs af aan met elkaar. De onderlinge vriendschap die ze hebben opgebouwd, heeft ze tot een sterk collectief gemaakt. Deze meiden hebben de afgelopen seizoenen bewezen dat ze over mentale veerkracht en doorzettingsvermogen beschikken. Ze hebben te maken gehad met sterke tegenstanders, spannende wedstrijden en behoorlijk wat druk. Maar keer op keer zijn ze erin geslaagd als winnaars uit de strijd te komen.”

De meiden
De volleybalmeiden zelf zijn het er unaniem over eens dat ze door de trainingen van Jan Reitsma een stuk beter zijn geworden. “Met trainer Jan werd er in één keer veel fanatieker getraind en dat was wel even wennen”, bekennen ze. “Maar niemand van ons wil een training missen”, zegt Imke. Wat volgens haar geholpen heeft, is dat ze twee keer per week zijn gaan trainen. “Daardoor konden we veel meer op de verschillende onderdelen trainen.”

Benthe vertelt dat de onderlinge sfeer altijd goed is. “Er is er ruimte om te grappen en te dollen, maar ook weer niet te lang hoor, want er moet uiteraard getraind worden.” Ook Kobe zegt dat ze door de trainingen een supergoed team zijn geworden. “Bovendien is de sfeer altijd superleuk”. Dat vindt Eva ook. Ze volleybalt nog maar een half jaar en speelt nog geen wedstrijden.

Teatske vindt daarnaast de coaching langs de kant erg belangrijk. “Onze coach Yke zit er bovenop en houdt ons tijdens de wedstrijd scherp. Tijdens de time-outs weet ze waar de gaatjes en de zwaktes bij de tegenstander zitten. Bovendien is het voor en na de wedstrijd altijd heel gezellig onder elkaar.”

Marrit hoopt dat ze veel nieuwe dingen gaat leren, nu de tegenstand sterker zal zijn. Ze vindt het mooi om te zien dat iedere speelster in het team haar eigen kwaliteiten heeft. De ene in de opslag, de ander in de aanval. Jelka heeft vooral veel zin in het nieuwe seizoen. “Ons team is heel hecht, omdat we elkaar al zo lang kennen. Ik hoop dat het spelen in de hoofdklasse ons als team weer verder gaat brengen.” Dat hoopt Matsen ook. “We hebben al veel bereikt en ik hoop dat we nog ver kunnen komen. Ik ben heel trots op ons team.” 

De trainingen zijn eind augustus begonnen en de competitie start voor de meiden op 23 september.

Bron: GrootSneek 
Tekst en beeld: Ynte Dragt